Tourreglement

Lijst van begrippen:

Motorrijder:           De bestuurder van een motorfiets, zowel man als vrouw.
Voorrijder:             Diegene die bij een rit vooraan in de groep rijdt. En draagt een geel verenigings hesje.
Volger(s):              Iedereen tussen de voorrijder en de laatste motor.
Laatste motor:      De laatste motorrijder van de groep tijdens een rit.  En draagt een geel verenigings hesje.
Voorganger:          De motor die voor je rijdt.
Rit:                        Een door MTC2004You georganiseerde motorrit. 
Stopplaats:            Pauzeplaats tijdens een rit.
Positie:                  De plek waar je rijdt in een groep (b.v. 2e, 3e, of 4e)
Baksteenformatie: Het achter elkaar rijden van motorrijders waarbij er om en om  gereden  wordt met
                              betrekking tot het midden van de rijstrook waarover men rijdt.
Beslissingspunt:    Een plaats in de route waar men afslaat of de doorgaande weg verlaat.
Actieradius:           De afstand die een motorfiets kan afleggen met een volle tank.

Regel 1

Iedere deelnemer
zorgt dat hij/zij op de hoogte is van het toerreglement als hij/zij
deelneemt aan een rit van MTC2004YOU

Regel 2

Ten allen tijde is de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 van kracht
Van iedere deelnemer wordt geacht deze wetten te kennen

   * Iedere bestuurder beschikt dus over een geldig motorrijbewijs

 

   * Iedere motorrijder zorgt dat zijn motorfiets minimaal WA-verzekerd is

Regel 3

Iedere motorrijder/passagier is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen rijden/gedrag.
Rijdt nooit boven je eigen kunnen.
Iedereen haalt bijvoorbeeld voor zichzelf in.

Regel 4

Direct voor of tijdens een rit wordt er geen alcohol genuttigd of andere middelen gebruikt die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden

Regel 5

Wij vinden het belangrijk dat alle deelnemers bij een rit degelijke motorkleding dragen

Regel 6

De voorrijder of indien aanwezig, de passagier en de laatste motorrijder dragen een opvallend hesje zodat zij goed herkenbaar zijn voor de deelnemers en het overige verkeer

Regel 7

Iedere motor vertrekt met een volle tank
De voorrijder houdt rekening met de actieradius van alle deelnemers

Regel 8

Voor vertrek van een rit stelt de groep(en) zich achter elkaar op  Voorrijder voorop, dan de volgers en als laatste de “laatste motor” Behoud je positie tijdens de rit, ook na eventuele pauzes.
De minder ervaren en/of langzamere deelnemers nemen
zo dicht mogelijke achter de voorrijder, hun positie in.

Regel 9

De voorrijder bepaalt de route, stopplaatsen en de snelheid,
waarbij hij/zij er op let dat elke deelnemer in de groep dit ook aankan.

Regel 10

Indien een deelnemer tijdens de rit de route wenst te verlaten, geeft hij/zij dit vooraf in ieder geval aan, aan de voorrijder maar bij voorkeur aan alle deelnemers zodat zij niet voor verrassingen komen te staan.

Regel 11

Iedere motorrijder houdt tijdens het rijden zodanig afstand tot zijn/haar voorganger zodat hij/zij de weg kan overzien en genoeg ruimte heeft om het voertuig tijdig tot stilstand te brengen.
Iedere motorrijder zorgt ervoor dat deze onderlinge afstand zoveel mogelijk gelijk blijft.
Kruip dus niet op je voorganger en vermijdt dat er gaten vallen in de groep

Regel 12

Daar waar mogelijk wordt er in baksteenformatie gereden en anders achter elkaar

Regel 13

Indien de groep moet stoppen voor b.v. een kruising of verkeerslicht, stelt de groep zich op in rijen van twee.
Hierbij wordt er goed aangesloten tot de voorgangers zodat men bij het hervatten van de rit weinig tijd nodig heef om gezamenlijk de rit weer op te pakken.

Regel 14

Iedereen behoudt tijdens het rijden zijn positie welke men had bij het opstellen.
Er wordt onderling dus NIET ingehaald.

Regel 15

Bij pech of ongeval stoppen alle volgers op een veilige plek, om te helpen. Vervolgens stopt ook het eerste gedeelte van de groep op een veilige plek en keert daarna terug naar het pech/ongeval.
Na onderling overleg wordt er dan besloten wie van de groep blijft en wie er verder rijdt.

Regel 16

Indien men bij een beslissingspunt geen zicht meer heeft op de rijder(s) achter zich, stopt men op een plek, dat het voor de aankomende volgers duidelijk is welke route ze verder moeten volgen.

Regel 17

Indien een motorrijder de indruk heeft dat er een gevaarlijke situatie kan ontstaan maakt hij/zij, indien mogelijk dit bekent door zijn/haar arm rechtop te steken, zodat volgers dit kunnen zien en extra alert kunnen zijn.

Regel 18

Indien een motorrijder een situatie ziet welke mogelijk een gevaar
op kan leveren Wijst, indien mogelijk, deze motorrijder met gestrekte
arm dit gevaar aan.

 

M.a.w. wijs de olievlek aan op het moment van passeren.

Regel 19

Indien men fietsers en of voetgangers, welke op de rijbaan fietsen/lopen, inhaalt, is het verstandig om vooraf richting aan te geven zodat volgers kunnen zien wat je van plan bent.

Regel 20

Indien er zich tussen de deelnemers een ander, vreemd voertuig bevindt is het handig om dit voertuig te laten inhalen zodat de groep weer compleet komt.

Regel 21

Autosnelwegen & Inhalen
Rijden op de autosnelweg doe je uiteraard in baksteenformatie, waarbij de voorste rijder altijd linksvoor op zijn rijstrook rijdt. Daar heeft hij het beste zicht en wordt hij goed gezien.


Inhalen kun je het beste doen in groepjes van 2 waarbij het initiatief uit gaat van de rijder linksvoor.
Voor het inhalen, zet men eerst het knipperlicht aan.
Je maat (die rechtsachter je rijdt) kan dan zien dat je wil inhalen. Vervolgens (b.v. na 3x knipperen of als je maat ook het knipperlicht aan heeft gezet) gaat men gezamenlijk naar links.
Als het voertuig ruim is ingehaald gaat men pas tegelijk naar rechts (b.v. na 3x knipperen), de achterste motorrijder van de twee geeft dit aan.
Zodoende kruist men elkaars wegen niet en wordt niemand de weg afgesneden.

Men haalt dus telkens per 2 in.
Eerst de voorste 2, daarna de volgende 2, enz.  


Groepjes van 2 halen elkaar onderling nooit in.
Dit alles geeft een rustig beeld in de groep, maar ook bij de medeweggebruikers. Indien men meer ervaring heeft en op elkaar is ingespeeld, kan men met meerdere motors tegelijk inhalen, b.v. 4 maar de techniek blijft hetzelfde.
Blokken is niet aan te bevelen omdat het vaak ergernis oproept bij de snelverplaatsende weggebruikers en is zeer gevaarlijk.


De club is in verband met de diversiteit en ervaring van haar leden TEGEN het zogenaamde afblokken.,

Regel 22

Bij MTC2004You is het een goede gewoonte dat iedere deelnemer,
iedere andere deelnemer ook kan aanspreken, als deze zich niet aan het toerreglement houdt.

Regel 23

De bestuursleden en de organisatie van de rit hebben de mogelijkheid een persoon te weigeren voor deelname aan een rit van MTC2004YOU of het verdere verloop ervan indien een persoon zich niet houdt aan het vorenstaande reglement.

Regel 24

Indien een persoon i.v.m. regel 22 geweigerd wordt om (verder) deel te nemen aan de rit, krijgt hij/zij geen geld meer terug welke men eventueel betaald heeft aan MTC2004You voor de rit, indien er reeds kosten zijn gemaakt voor deze rit.

Kijk ook eens naar:   Tips voor het motorrijden in een groep.

Het rijden in konvooi kan
zeker een mooie belevenis zijn.
Als je, je aan de regels houdt,
wordt het onvergetelijk.

Scroll naar boven